Tussen 1850 en 1853 zijn ook onder Willem III negotiepenningen van 5, 10 en 20 gulden geslagen. De oplage was eveneens klein (maximaal 10.000 stuks per soort) dus deze penningen zijn ook vrij schaars.
Vanaf de uitgifte van 1875 is het officiële gewicht fractioneel verlaagd: van 6,729 gram naar 6,720 gram. In de praktijk maakt dit overigens weinig verschil. Een steekproef uit veiling-catalogi en de collectie database van het Geldmuseum laat zien dat de gewichten van tientjes uit alle periodes kunnen variëren tussen de 6,69 en 6,73 gram als gevolg van onnauwkeurigheden en slijtage.
1875 | 1876 | 1877 | 1879 | 1880 | 1885 | 1886 | 1887 | 1888 | ||||||||
1889 |